Met de directies en ICT-coördinatoren van mijn scholengroep kregen we vandaag de kans om een blik te werpen in de toekomst. We werden uitgenodigd door Didakta in Zwevezele waar we een leerrijke verkoopsbabbel te horen kregen over digitale borden. Graag wil ik hieronder een samenvatting geven van deze voordracht.
Er bestaan drie soorten borden:
- Digitale borden met een beamer
- Interactieve beamers
- Borden op basis van een televisie met touchscreen
Zonder reclame te willen maken voor een product, wil ik toch enkel voor- en nadelen oplijsten.
Een traditionele beamer met een gloeilamp is geen zo'n lang leven beschoren. De lamp zelf heeft een levensduur van 3000 branduren. Dit komt overeen met ongeveer drie schooljaren. Daarbij zal je tijdens deze drie jaar ook nog een onderhoudsbeurt mogen voorzien. De kwaliteit van deze lampen gaat er ook op achteruit, zodat je het laatste jaar het lokaal meer mag verduisteren dan bij aanvang. Ik zou nu opteren voor beamers met een LED-lamp. Die hebben rond de 10000 branduren en verouderen niet zo snel als hun collega's in lichtopbrengst. Het nadeel dat de LED-lamp minder krachtig is, is een beetje achterhaald, maar gloeilampen hebben inderdaad een groter vermogen, voor een lagere prijs.
De beamer kan aan het plafond gemonteerd worden, met een lange beugel, een kortere beugel (short), dus dichter bij het bord en heel dicht (ultra short) bij het bord. Hoe dichter de beamer bij het bord hangt, hoe minder slagschaduw er is, maar hoe duurder de beamer. Hoe langer de arm, hoe meer je de beamer zal moeten calibreren, anders verschijnt wat je schrijft naast de punt van je stift en ik spreek uit ervaring dat dit heel vervelend is. Als een beamer aan het plafond hangt en er is een klaslokaal boven, dan heb je snel hetzelfde calibratieprobleem.
Klassieke digitale borden werken met een stift. Bij sommige stiften zit de elektronica in deze stift. Wanneer deze stift valt en breekt, dan ben je al snel €250 kwijt voor een nieuwe stift. Wanneer je met je vinger mag schrijven, zal je dit probleem niet hebben, een vinger valt niet zo snel op de grond ;-)
Interactieve beamers werken wel met zo'n duurdere stift. Deze beamer weet waar een stift zich bevindt en projecteert zo het beeld. Bij digitale borden zoals hiervoor beschreven, zit de herkenning in het bord (soms samen met de stift). Een interactieve beamer werkt dus ook op een witbord of blanke muur.
Een televisie met aanraakscherm is de nieuwste evolutie op 't vlak van digitale borden. Omdat het licht niet geprojecteerd wordt, hoef je een lokaal minder tot niet te verduisteren. Thuis kan je ook perfect televisiekijken zonder te verduisteren, op voorwaarde dat het zonlicht niet rechtstreeks op het scherm valt. Een aanraakscherm heeft verschillende aanraakpunten, zodat je met twee of zelfs drie leerlingen tegelijkertijd op het bord kunt werken. Een televisie kan je ook plat leggen en dan heb je een horizontale demonstratietafel waar je met de leerlingen rond kan staan. Het verbruik van een televisie met aanraakscherm bedraagt slechts 25% van een beamer. De betaalbare televisies met aanraakscherm zijn momenteel 55 inch of 140 cm overlangs gemeten van de ene naar de andere hoek. Dit lijkt niet zo groot, maar valt wel mee.
Elk digitaal bord heeft ook een computer nodig, een kost die niet verwaarloosd mag worden. Is die computer in het bord verwerkt, dan hoef je enkel een stroomkabel aan te sluiten, wat bij sommige televisies met aanraakscherm het geval is.
Voorzie ook steeds een witbordje bij het digitaal bord. Wanneer de techniek faalt, heb je als leerkracht dan nog iets om op te schrijven.
Naast het bord heeft elk merk ook zijn eigen software en daar zijn ook grote verschillen tussen. De leercurve is bij merk A duidelijk groter dan bij merk B. Gelukkig kan je meestal een demoversie downloaden om de software een tijd gratis uit te testen. Als je de software op de computer moet installeren, dan moet je vaak regelmatig updates installeren. Er bestaat ook bordsoftware die online werkt. Je hoeft niets te installeren, maar enkel in te loggen met een account. Zo kan je jouw bordschema's thuis voorbereiden die je vervolgens opslaat via het internet. De volgende dag log je in op school en staan je voorbereidingen klaar.
Een belangrijke factor bij de aankoop van digitale borden is natuurlijk de prijs. Maar je moet wel naar het totale kostenplaatje kijken: niet enkel de aankoopprijs speelt een rol, maar ook ook het onderhoud, het elektriciteitsverbruik, investering in verduistering, ... Hangt het digitaal bord vast aan de muur, dan kan je eventueel genieten van subsidies, maar als je een demonstratietafel wilt, dan kunnen hiervoor ook creatieve oplossingen bedacht worden die "tijdelijk" vast hangen.
Jammer genoeg worden vele digitale borden enkel gebruikt als projectiescherm of als schrijfbord. De kinderen mogen zelden het bord gebruiken uit angst voor breuk of omdat men het niet gewoon is. Je kan dan beter het oud bord blijven gebruiken en investeren in een (LED)beamer.
Techniek evolueert, wat je nu koopt is over een jaar verouderd omdat er iets beters betaalbaarder is geworden. Je kan daarom kiezen om digitale borden in fasen in school te brengen. Dit heeft twee nadelen. Vaak zijn de leerlingen van de derde graad de geluksvogels en blijven de kleuters in de kou staan. Op die manier komen ook verschillende systemen in school zodat het een rommeltje wordt van merken en systemen. Eerst wordt merk A aangekocht, twee jaar later is merk B beter en merk C sluit het rijtje af.
Alle digitale borden in één of twee keer aankopen is financieel heel zwaar en voor veel scholen zelfs onmogelijk. Daarom kan het leasen van de borden overwogen worden. Je huurt dan de borden die je na de afschrijfperiode eventueel kan afkopen.
Je kan ook wachten tot de digitale borden goedkoper worden, maar het is mijn mening dat je dan kan blijven wachten. Er zal altijd een nieuwe en betere techniek op het ogenblik van de eventuele aankoop voorhanden zijn, waar wel een hoger prijskaartje aanhangt. Wanneer scholen samen aankopen, dan kan de prijs ook gedrukt worden.
De belangrijkste schakel wordt vaak vergeten: de leerkracht. Hoe staat hij/zij tegenover digitale borden? Is er voldoende knowhow om ermee te werken? Kent men de mogelijkheden en valkuilen? Is een digitaal bord pedagogisch geen stap achteruit door het frontaal lesgeven? Veel hangt af hoe de leerkracht zijn/haar bord gebruikt.
En de toekomst? Ik heb geen glazen bol, maar ik durf wel enkele voorspellingen te doen:
- Televisies met aanraakscherm zullen groter en betaalbaarder worden.
- De combinatie tussen televisie en tablet opent nieuwe mogelijkheden.
- In een verre toekomst zullen onze kinderen misschien een 3D-bril op hun neus dragen met LED-glazen waar je zowel door kan kijken, maar ook 3D-beelden mee te zien zijn afkomstig van een digitale bron. Deze techniek bestaat, maar is nog ontzettend duur.
Misschien moeten onze kinderen over 50 jaar niet meer naar school, maar wordt er een chip ingepland met alle nodige kennis. Ook dit is geen science-fiction meer, maar wordt reeds mee geëxperimenteerd in labo's.