Gebouwd met Drupal

JufYvon

 

Ik ben Patrick Keysabyl, onderwijzer en ICT-coördinator op rust.  Ik ben nog steeds verslaafd aan het educatief gebruik van de computer.  Ik probeer af te kicken met wandelen, fietsen, reizen, fotografie, video, lezen, joggen en badminton.  Gelukkig heb ik een fantastische vrouw die mijn verslaving al die jaren verdraagt.

QR-code

 

class="statcounter"> href="http://www.statcounter.com/drupal/"
target="_blank"> src="http://c.statcounter.com/3185000/0/ef99cd2f/0/"
alt="drupal analytics" >

Wat weet jij over evolutie?

Vandaag kreeg ik volgende mail:

In het kader van mijn doctoraatsonderzoek aan de vakgroep Onderwijskunde van de Ugent, onderzoeken wij welke ondersteuning leerlingen van het lager onderwijs moeten krijgen wanneer ze leren in een digitale leeromgeving zoals een website. Om dit na te gaan bij leerlingen van het lager onderwijs in Vlaanderen hebben wij een omgeving uitgewerkt die zich richt op het aanbrengen van kennis over de evolutietheorie. De ontwikkeling van de omgeving voerden wij uit in samenwerking met Prof. Johan Braeckman, Prof. Dominique Adriaens en de Cel Wetenschapscommunicatie van de UGent. De omgeving kunt U vinden op watweetjeoverevolutie.be.
 
In deze omgeving hebben wij verschillende vormen van ondersteuning ingebouwd waarmee de leerlingen creatief aan de slag kunnen om de inhouden te verwerken. Per module van de omgeving zijn er ook testen voorzien zodat jullie als school een zicht krijgen op hoe de leerlingen komen tot kennis in de omgeving. Door deze combinaties worden niet alleen enkele eindtermen lager onderwijs wereldoriëntatie nagestreefd maar ook biedt de omgeving tal van mogelijkheden om de vakoverschrijdende eindtermen ICT en Leren Leren na te streven.
 
Op dit moment is deze omgeving gratis ter beschikking gesteld aan alle scholen, leerkrachten en leerlingen in Vlaanderen. Hoe dan ook blijven wij graag deze omgeving verder testen in functie van gebruik en kennisontwikkeling.Hiervoor zijn wij op zoek naar scholen met een computerklas (of voldoende pc’s zodat de iedere leerling aan het werk kan) waarbij we bij leerlingen van het 6de leerjaar gedurende max. acht lesuren (bijvoorbeeld op wekelijkse basis) de omgeving mogen testen. Leerlingen krijgen na deelname een diploma. Dit onderzoek zou vanaf januari plaatsvinden en houdt geen extra belasting in voor de leerkracht. Indien uw school of klas bereid is om deel te nemen aan dit onderzoek of u krijgt graag wat meer informatie over dit project, aarzel niet om ons te contacteren.
 
Hopend op een positieve respons,
 
Anneline Devolder
 
Universiteit Gent - Ghent University
Vakgroep Onderwijskunde - Department of Educational Studies (PP06)
Lokaal 120.020
H.Dunantlaan 2
B-9000 Gent

Tel. 0032-9-264 62 52 

Persoonlijk vind ik 8 weken wel lang om aan een project te werken.  Ik heb een account aangemaakt als leerkracht en was aangenaam verrast door de omgeving waarin ik terecht kwam.  Leerlingen leren informatie te verwerken en dat vind ik een heel belangrijk doel, zeker als dit gebeurt via de computer.  De leerlingen krijgen verschillende teksten en moeten dan zelf plannen in hoeverre ze die teksten beheersen.  Daarna volgt een test.   Dit project kan je perfect kaderen als toegepast lezen en wereldoriëntatie.

Toch eens een kans geven?

Gratis eBoek over Digitale borden

Ik kreeg gisteren onderstaand mailtje: 

We hebben onlangs ons cursusmateriaal voor digitale borden in iBooks vorm gepubliceerd. Mocht je geïnteresseerd zijn, kan je het vinden in de iTunes store via

https://itunes.apple.com/be/book/interactieve-borden-de-basis/id578579872?l=nl&mt=11

In de loop van januari volgt een tweede deel met meer interactieve toepassingen, en later in het academiejaar volgt nog een boek met toepassingen en praktijkvoorbeelden.

We hebben er voor gekozen ons in eerste instantie te concentreren op Activ en Smart omdat we deze borden het meest zien in de scholen die we bezoeken. In latere instantie willen we ook bordonafhankelijke software bekijken.

Input altijd welkom.

Groet
Hendrik Coucke en Koen Pauwels
Docenten KATHO Tielt

Dit initiatief is lovenswaardig, alleen jammer dat je het boek enkel kan lezen op een iPad, want veel van mijn collega's bezitten deze niet.  Ik heb alvast het boek in mijn iTunes gedownload, nu nog overzetten...

Hoe verwijder je een groep in het vernieuwde Google discussiegroepen?

Vandaag had ik een interessante vergadering met de ICT-coördinatoren van mijn gebied.  Op een bepaald ogenblik werd iets getoond over Googlegroups en ik merkte dat de layout compleet veranderd is.  Toen ik deze avond dit van naderbij bekeek en een groep wilde wissen, vond ik nergens hoe ik dit moest doen.  Nu ik het weet, is het logisch, maar 't koste me toch een kwartier zoeken.  Om je deze tijd te besparen, heb ik er een screencast van gemaakt.  De andere instellingen voor een groep zitten op dezelfde plaats.

Hoe en waar kan ik me meer ontwikkelen in ICT voor de klas?

Ik ben nu meer dan dertig jaar bezig met computers.  Mijn eerste computer stond in 1983 in mijn klas.  In de voorbije jaren heb ik veel zien veranderen, maar ik heb ook veel stilstand gezien.  Bij het gebruik van de computer bepaalt niet het apparaat de meerwaarde van ICT in de les, wel de leerkracht.  Ik heb vroeger collega's gezien die met oude DOS-machines fantastische dingen deden in de klas.  Ik zie nu leerkrachten die hun digitaal bord enkel als projectiescherm gebruiken.  De leerkracht blijft de belangrijkste component in verantwoord ICT-gebruik op school.  Het is belangrijk om je als leerkracht bij te scholen.  Je weet zo wat er technisch mogelijk is.  Je werkt veel efficiënter als je programma's door en door kent.  Je combineert ideeën die je ziet tot nieuwe ideeën die uit jouw creatief brein ontstaan.

Ik heb zelf weinig nascholingen gevolgd, maar ik heb er zelf al heel wat gegeven.  De voorbereiding van die nascholingen was voor mij de beste nascholing.  Ik ben ook een autodidact, ik leer graag op mijn eilandje van mijn bureau thuis, wanneer ik wil en vaak is dat in de late uurtjes, door niemand gestoord, ondersteund door muziek.
De lijst hieronder is als steeds verre van volledig, maar ik probeer diverse kanalen te bevaren.
Navormingen: Ik bedoel hiermee cursussen gegeven door een lesgever, zodat er contact is tussen lesgever en diegene die een cursus volgt.  Je kan vragen stellen, wat toch een grote meerwaarde is als je jou bijschoolt.
  • ICT-praktijkdagen  Twee keer per schooljaar worden de ICT-praktijkdagen ingericht ergens in Vlaanderen en al één keer in Nederland.  Het woordje praktijk is hier heel praktijk, want meestal worden de sessies gegeven door mensen uit het onderwijsveld die weten waarover ze spreken.  Het aanbod is steeds heel gevarieerd.  Tijdens een ICT-praktijkdag kan je twee sessies kiezen van 2,5 uur.  Over de middag is er ook een ICT-beurs.
  • Eeckhoutcentrum  Toen de Regionale Expertise Netwerken werden afgeschaft, of kortweg REN, nam het Eeckhoutcentrum in Kortrijk de ICT-navormingen over voor West-Vlaanderen.
  • Artevelde Hogeschool Oost-Vlaanderen
  • HUB Hogeschool en Universiteit Brussel.  Ik verzorg hier de postgraduaatopleiding voor ICT-coördinatoren.
  • PDCL  Pedagogisch Didactisch Centrum Leuven
  • VSKO  Vlaams Secretariaat voor Katholiek Onderwijs
  • EDUbit Vakvereniging voor ict-coördinatoren en directeurs omtrent ICT-beleid en ICT-beheer
  • Didacto  ingericht door Klascement
Websites:
  • Google   Deze zoekwebsite blijft voor mij de voornaamste uitvalsbasis om mij bij te scholen.  Ik vind er bijna altijd de oplossing voor een ICT-probleem.
  • Klascement Klascement is de portaalsite voor het onderwijs.  Je vindt er honderden uitgewerkte lessen waarin ICT aan bod komt.  Er zijn ook nog verschillende deelportalen verzameld in hun projectsites.
  • Kennisnet   De Nederlandse evenknie van Klascement, maar met meer financiële middelen en medewerkers.
Edublogs: Zowel in Vlaanderen en Nederland zijn er verschillende collega's die een blog bijhouden over hun onderwijservaringen.  De blogs die ik volg, staan verzameld op een Yurls (Your URL's) pagina.  Vroeger gebruikte ik iGoogle als startpagina in mijn browser, maar nu Google deze tool zal opdoeken, stap ik stilaan over op Yurls.
Literatuur:
Twitter:
Twitter is voor mij een bron waar ik regelmatige mijn digitale dorst kan lessen.  Ik volg via Twitter een vijftigtal collega's die ICT ook hoog in het vaandel voeren.  Dagelijks vijf minuten twitteren, bevredigt mijn informatiehonger naar ideeën en ICT-nieuws.  
 
Screencasts: Ik studeer heel graag met behulp van video's die mij stap voor stap tonen hoe je een computerhandeling uitvoert.  
  • Kijk & Begrijp
  • Lynda  Deze video's zijn Engelstalig maar zeer goed voor wie zich technisch diep wil bijwerken.  Jammer genoeg, niet gratis. 
  • YouTube  Op deze videosite vind je ontzettend veel en goede screencasts.  Met een beetje geluk in de moerstaal.

Hoe vind ik de naald in de internetberg?

Het internet is een gigantische bibliotheek waar jij overal toegang toe krijgt.  Maar net als bij een echte bibliotheek, bestaat de kunst erin om snel het boek of de informatie te vinden die je nodig hebt.  Ik stel vast dat veel collega's veel tijd nodig hebben om een geschikte website te vinden.  Het vraagt enige vaardigheid en vooral taalgevoel, want de keuze van de zoekwoorden die je ingeeft, bepaalt hoe snel je de geschikste info vindt.  Zoekmachines zijn zo ontwikkeld dat ze de meest geschikste website aanbieden die voldoen aan de zoekwoorden die jij in geeft.  Je kan beter meerdere zoekwoorden ingeven, maar teveel is ook niet goed.  Soms is het interessant om zoekwoorden tussen "aanhalingstekens te zetten".  De zoekmachine beschouwt die dan als één groep.  

Een zoekmachine toont na het enteren, een lijst van websites.  Je krijgt niet enkel de URL van het adres van de website te zien, maar ook een beetje info waarin jouw zoekwoorden staan.  Meestal volstaat deze informatie om te bepalen of dit een geschikte website is voor jouw doel.  Scan dus met je ogen de lijst, zonder elke website te openen.  Zoekmachines zijn zo gemaakt, dat de meest relavante websites eerst worden gepresenteerd.  Maar het is vaak zinvol om ook enkele pagina's verder te kijken.
 
Er bestaan een aantal zoekmachines of websites waarop je kan zoeken.  Zoekmachines zijn heel waardevol voor de ontwikkelaars. Ze kunnen er ontzettend veel waardevolle informatie uithalen.  Wanneer Google vast stelt, dat je vaak zoekt op auto's, dan zal het ook gerichte reclame over auto's plaatsen op jouw scherm.  Toch gebruik ik persoonlijk altijd Google als zoekmachine.  Het heeft met gewoonte te maken.  Het was vroeger zeker de beste zoekmachine.  Ik weet niet of andere beter zijn, omdat ik ze geen kans geef.  De top drie in de VS ziet er zo uit:
 
Ik heb hierboven wel de Belgische links meegegeven, in de VS worden die natuurlijk niet gebruikt.  Maar er zijn nog andere spelers op de markt. Op deze website ontdek je er honderd.
Op onderstaande websites vind je meer tips om efficiënter te zoeken met Google.  De meeste tips zijn ook van toepassing op andere websites.
Vaak vind je ook op een website een zoekveld om te zoeken binnen de website zelf.  Maar zelfs als deze niet beschikbaar is, kan je met volgende tip zoeken binnen een specifieke website.  Geef het volgende maar in binnen de zoekmachine van Google    kever auto  site: nl.wikipedia.org/wiki   Je zoekt dan enkel binnen wikipedia.   Een kever kan naast een insect, ook een auto zijn.  Wil je enkel resultaten over de auto, gebruik dan deze zoektermen:  kever -insect  Het minteken bepaalt dat er geen informatie over insecten wordt gepresenteerd. 
Wist je trouwens dat je in de moderne browsers als Chrome, Internet Explorer of Firefox jouw zoektermen gewoon in het adresveld mag ingeven, waar je normaal de URL ingeeft van een website?
Echte zoekmachines zijn meestal niet geschikt voor gebruik bij kinderen.  De informatie die aangeboden wordt is te moeilijk voor hen of ze krijgen beelden te zien die schokkerend zijn.  Ik herinner mij het voorval van een leerling dat informatie opzocht als voorbereiding voor een spreekoefening over hun huisdier. Haar zoekterm poesje toonde zoekresultaten die weinig met haar huisdier te maken hadden.  Straks geef ik een tip hoe je dit kunt voorkomen.
Voor kinderen is het beter om kindvriendelijke zoekmachines te gebruiken.  Dat zijn meestal websites die tientallen thema's aanbieden, waarin gelinkt wordt naar websites die wel voor kinderen bestemd zijn.  
In de zoekmachine van Google kan je de resultaten filteren  tegen ongewenste beelden of websitesin de instellingen.  Zo zal Tine bij haar zoekwoord poesje, wel info over haar kat krijgen.  Maar oudere kinderen weten dit ook en schakelen deze filter soms uit.  In onderstaande video toon ik hoe je dit kunt voorkomen.  Gebruik je verschillende browsers op de klascomputer, dan moet je deze handeling wel voor elke browser doen.  Daarom zet ik enkel nog Google Chrome op het bureaublad. 
IFrame
Er bestaat ook software om websites te filteren, maar ik ben hier geen voorstander van.  Misbruiken moeten besproken worden en ik vind sociale controle vanuit de klas ook heel belangrijk hierbij.  Daarom dat dit opgenomen wordt in het computercontract.
Zoeken komt ook voor in de ICT-eindtermen: 6 De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.  Daarom heb ik hieronder enkele leuke ICDEETJES verzameld die mijn leerlingen keitof vonden.
Bij deze zoekopdrachten stellen de kinderen vast dat er op het internet heel veel persoonlijke informatie te vinden is.  Het is daarom ontzettend belangrijk de kinderen te wijzen zeer voorzichtig te zijn met de persoonlijke info die men op het internet post, vooral via sociale media.   Toen wij onlangs een filmpje maakten op school, vonden wij zonder problemen het telefoonnummer van een bekend filmmaker uit Gent op het internet.   Hij schrok hier zelf van en zijn agent belde nog terug met het uitdrukkelijk verzoek dit telefoonnummer niet door te geven. 't Lag wel te grabbel op het internet.

Pic Monkey

Eindelijk vond ik een waardig alternatief voor Picnik dat door Google werd opgeslokt en enkel nog wordt aangeboden binnen Picasa en Google+, voor onze leerlingen dus onbruikbaar.  Eerst vond ik Pic Monkey als app voor Google Chorme, maar ik werd deze morgen wakker met de idee of het programma ook niet gewoon via een website was te benaderen.  Dit bleek inderdaad het geval te zijn.  Zo kunnen mijn leerlingen straks volgende opdracht tot een goed einde brengen:

Dinsdag 23 oktober
6de leerjaar: Halloween  
Bewerk met PicMonkey een foto van onze eerste minister. Je vindt deze foto HIER.  Je ziet HIER mijn resultaat.

Ik heb jammer genoeg maar 50 minuten, zodat ik geen foto's kan nemen van de leerlingen zelf om hen op die manier te laten bewerken.  Ik zal de les starten met de verschillen te laten ontdekken tussen het orgineel en de bewerkte foto.  Voordeel van PicMonkey is ook dat je geen account moet aanmaken.

Hoe kan ik als ICT-coördinator een computer beheren of overnemen op afstand?

Als ICT-coördinator ben je normaal gezien een halve dag aanwezig op een school met een gemiddeld aantal leerlingen.  Soms krijg je een dringende computeropdracht en dan is het handig als je vanop afstand kan inloggen op de computer van school.  Het is niet realistisch dat je jouw collega's aan huis uit de nood helpt of dat zij bij jou langskomen.  Ook dan is het handig dat je hun computer kan overnemen.  In de zijlijn wil ik vermelden dat ik nooit persoonlijke computerproblemen oplos als ICT-coördinator, want als je hieraan begint, heb je nooit gedaan en zit je niet alleen overdag constant aan de computer, maar ook 's avonds (wat toch sowieso het geval is).  Voor persoonlijke computerproblemen moeten ze bij de computerboer langs.  Ik krijg dan soms de opmerking dat ze die computer ook voor school nodig hebben, maar dan verwijs ik naar de computer die in de leraarskamer staat als voorlopige oplossing.

Enkele programma's zullen hier de revue passeren en ze zijn stuk voor stuk allemaal gratis, maar niet voor elk doel geschikt.  Mijn kort overzicht is ook verre van volledig.  Er bestaan zeker andere programma's en misschien zijn die ook beter, maar ik vermeld liefst wat ik ken en zelf ervaring mee heb.

DOEL 1: Een computer overnemen op school, zonder dat aan de overzijde iemand assisteert.

Het extern bureaublad van Microsoft.  

Microsoft heeft in zijn besturingringssystem zelf een optie ingebouwd zodat je een computer kan overnemen op afstand.  De eerlijkheid gebied me dat ik dit zelf nooit gebruik.  Je krijgt HIER meer info.  Onderstaande video doet uit de doeken hoe je dit realiseert onder Vista, maar het gebruik is gelijkaardig voor Windows 7

LogMe In  https://secure.logmein.com/BE-NL/

Ik maak reeds jaren gebruik van LogMe In voor alle servers op mijn vijf scholen.  Eerst moet je op de server een programma installeren.  Let op dat je kiest voor de gratis versie, want de website probeert je de betalende versie aan te smeren.  Met de gratis versie kan ik voldoende uit te voeten om de meeste problemen op te lossen.  Thuis log je in met het mailadres dat aan het programma gekoppeld is dat je geïnstalleerd hebt.  Alle servers van mijn scholen staan mooi tesamen.  Ik zie of de servers online zijn en kan via enkele muiskliks inloggen met het juiste paswoord.  Het programma is Nederlandstalig, werkt vlot en geraakt door alle poorten zonder problemen.

LogMe In bestaat voor bijna alle computerplatformen, zelfs iOS en Android.

DOEL 2: Computers overnemen in school zelf, bijvoorbeeld in de computerklas om leerlingen bij te staan.

iTalchttp://sourceforge.net/projects/italc/

NetopSchool is een schitterend programma, maar is betalend.  Het gratis alternatief iTalc oogt niet zo mooi, maar doet bijna hetzelfde als zijn betalende broer. De installatie is iets omslachtiger.  Je moet elke computer apart ingeven, terwijl dat bij NetopSchool niet het geval is.  Met iTalc kan je het scherm bekijken van een andere pc, die overnemen, afsluiten, in wachtstand zetten (interessant als je in de computerklas iets uitlegt) of het scherm van de leerkracht tonen op alle schermen.  In combinatie met LogMe In kan je van op afstand iTalc gebruiken  en zo op afstand elke computer op school bereiken.

iTalc draait onder Windows en Linux. 

DOEL 3: Een computer overnemen om kort hulp te bieden

Teamviewerhttp://www.teamviewer.com/nl/

Als beheerder installeer je de volledige teamviewer versie op jouw computer.  Op de schoolwebsite zet ik een link naar een Teamviewer Quicksupport  die de collega moet installeren om zijn/haar computer te kunnen overnemen.  Dit is een klein programma dat je zelfs zonder administratorrechten kan installeren.  Het is belangrijk dat het versienummer van beide programma's dezelfde zijn.  Ik zet daarom Teamviewer Quicksupport in mijn Dropbox zodat dit voor iedereen bereikbaar is.

Na het opstarten geeft de collega een ID door en een wachtwoord dat verschijnt in het venster van Quicksupport.  Even later kan je de computer overnemen.  Het is zelfs mogelijk om met elkaar te spreken via Teamviewer.

Crossloop:

Crossloop werkt ongeveer gelijkaardig als Teamviewer.  Je moet beiden Crossloop installeren en nadat je enkele getallen werden doorgegeven, kan je de computer overnemen.   Er is wel geen ingebouwde communicatie mogelijk en het programma blijft geïnstalleerd bij de collega, terwijl dit bij Teamviewer Quicksupport niet het geval is.

Plugin Chrome:

Gewoon 't vermelden waard, maar werkt je collega ook met de browser Chrome dan kan je met een plugin die je moet installeren, ook de andere computer overnemen. Chrome Remote Desktop is in de Chrome webstore gratis te downloaden.

Welk besturingssysteem is het beste in het onderwijs?

Ik stel vast dat collega's niet altijd begrijpen wat een besturingssysteem is.  Wanneer een computer vreemd doet, vraag ik altijd eerst naar het besturingssysteem.  Ik hoor dan soms Windows 2010, maar dit BS (uit luiheid kort ik besturingssysteem of besturingssystemen verder af als BS) bestaat niet. 2010 slaat op de versie van Microsoft Office die op de computer draait.  Voordat ik uit de doeken doe welk BS het beste is, geef ik eerst wat geschiedenisles en technische bagage mee.

Een BS is de software die elke computer nodig heeft om te kunnen werken.  Een computer kan een desktop, laptop, tablet of smartphone zijn.    Het BS verzorgt het verkeer tussen de computer, toetsenbord, scherm en muis.  Het beheert hoe er met bestanden worden omgegaan en nog zoveel meer.
Bij computers kan je het BS onderverdelen in drie groepen: WindowsApple en Linux.  Windows werd op de markt gebracht door Microsoft en schiet volgens aantal gebruikers de hoofdvogel af. Apple gooide de Macintosh of Mac op de markt.  Linux is gestart als een project van een Fins student en intussen uitgegroeid tot de derde grootste speler in de wereld van BS.  Er bestaan nog BS, maar laten we het houden bij deze spelers, het is zo verwarrend genoeg.
Om te beginnen bestaan er heel veel versies van Microsoft Windows: Windows 3,  3.1,   3.11,  98,  2000,  ME,  XP,  Vista,  7 en 8     In het begin werden er versienummers gebruikt zoals 3, daarna werd het jaartal gebruikt waarin het op de markt kwam: 98 en 2000.  Vervolgens gooide men er afkortingen tegen: ME staat voor millenium en XP voor experience.  Vista was in alle gevallen een buitenbeentje en daarna werd teruggekeerd naar versienummers: 7 en 8.  Op onze scholen zie ik nog heel veel computer die draaiten onder Windows XP.  Nieuwe computers (directie & secretariaat) krijgen automatisch de recenste versies van Windows.
Ik ken een paar leerkrachten die enkel met Apple willen werken op school.  Daarop vind je de laatste jaren OS X als BS.  OS staat voor Operating System of de Engelse vertaling van BS.  De X lees je als 10.  Maar onder OS X zijn er ook enkele versies de revue gepasseerd, zoals leopard en lion.  Apple gebruikt graag dierennamen voor zijn BS.  De laatste versie is OS X mountain lion (bergleeuw), maar deze versie kan als jij dit leest, ook reeds gedateerd zijn.
Linux krijgt moeilijker voet aan de grond in het onderwijs en dat is verwonderlijk, want Linux is van de drie het enige besturingssysteem dat gratis is.  Maar jammer genoeg is er ook onder Linux versnippering en bestaan er verschillende varianten: Ubuntu, Mint, Redhat, Suse, ...  Ubuntu is momenteel het meest gebruikt, maar Mint maakt ook een snelle opgang.  Ubuntu heeft het voordeel dat het ook een speciale versie heeft voor onderwijs: Edubuntu.  Linux was tot voor enkele jaren een besturingssysteem voor techneuten, maar inmiddels is het even gebruiksvriendelijk als Windows en Macintosh.  
Het verschil tussen een smartphone en tablet is kleiner dan je misschien denkt, want ze gebruiken beiden hetzelfde BS die je kan verdelen onder Apple met iOS en Google met Android.  Van beiden bestaan er ook verschillende versies.  Momenteel (eind 2012) is iOS 6 de laatste versie voor de iPhone (=telefoon) en iPad (=tablet)  Android zit aan versie 4.1 met de welluidende naam Jelly Bean.  Android gebruikt vaak snoepgoed als koosnaampje.  
Het beste besturingssysteem bestaat niet, maar ik kan wel bij elk BS enkel voor- en nadelen opgeven.
Windows:
Voordelen:
  • Omdat de meeste leerkrachten het thuis gebruiken, is het ook het meest ingeburgerd in ons onderwijs.
  • Heel veel software voor beschikbaar, ook gratis.
  • Alle educatieve software draait minstens onder Windows.
  • Computers met Windows zijn goedkoper dan Mac.
  • Sedert Windows XP is het BS behoorlijk stabiel.
Nadelen:
  • Vraagt onderhoud anders vertraagt de computer doorheen de tijd.
  • Niet gratis
  • Programma's onder Windows werken niet gelijkvormig. Elke programmeur heeft zijn eigen stijl, lay-out en dat zorgt soms voor verwarring.
Mac:
Voordelen:
  • Blijft draaien als een naaimachientje zonder onderhoud.
  • Programma's steken logisch en gelijkvormig ineen.  De overstap van Windows naar Mac vraagt wel de nodige leertijd.
  • Een update van een nieuw BS is merkelijk goedkoper dan bij Windows.
  • Op een Mac kan je zonder probleem Windows draaien, omgekeerd is moeilijk.
  • Zeer goede samenwerking tussen verschillende Apple-apparaten: iPhone, iPad en iBook.
  • Technisch zeer goede apparaten.
  • Starten sneller op dan Windows, maar Windows 8 belooft dat dit verleden tijd is.
Nadelen:
  • Macintosh-computers zijn duur.
  • Moeilijk te vinden op de tweedehandsmarkt in vergelijking met Windowscomputers.
  • Een gesloten systeem in vergelijking met Windows zodat er minder gratis software voor geschreven wordt.
  • Vele educatieve software draait niet onder OS X, Windows is oppermachtig.
Linux:
Voordelen:
  • Belangrijkste voordeel is dat het gratis is, je hebt geen licenties nodig.
  • Even stabiel als een Mac.
  • De laatste jaren even gebruiksvriendelijk als Windows en Mac.
  • Eenvoudig om nieuwe software te installeren.
  • Behoorlijk eenvoudig om met een server en thin clients te werken. 
  • Voor elk windowsprogramma bestaat een alternatief onder Linux.
Nadelen:
  • Versnipperd omdat er verschillende Linuxversies bestaan.
  • Er bestaat een emulator Wine om Windowsprogramma's te draaien, maar deze werkt niet goed voor educatieve programma's.
  • Leerkrachten staan weigerachtig tegenover het gebruik van Linux, omdat ze de leercurve niet willen maken.
Persoonlijk vind ik dat Windows de juiste keuze is voor het onderwijs.  Het mag gerust Windows XP zijn, ik ben nog geen enkele software tegengekomen op school dat niet wilde draaien.  Oh sorry, er is er toch eentje: de laatste versies van Internet Explorer werken niet meer onder XP, maar er zijn alternatieve browsers die even goed zijn zoals Chrome en Firefox.  Ik koop meestal tweedehandstoestellen voor in de (computer)klas en daar hangt altijd een licentie op voor Windows XP.  Het Europees gerechtshof heeft beslist dat BS mogen doorverkocht worden, dus ik zie geen graten dat ik Windows registreer met de code die ik op de toestellen vind.  
Voor thuisgebruik werkt ik persoonlijk het liefst op mijn MacBook, maar dat komt vooral omdat de laptop sneller reageert dan mijn andere computer onder Windows.  Crashen kan een Mac ook, ik ben er alvast in geslaagd en ik had bij mijn weten niets verkeerds gedaan.  Als BS vind ik Windows en OSX gelijkwaardig.  Er zijn computerhandelingen die beter zijn onder OSX dan onder Windows, maar het omgekeerde is ook het geval.
Komt Linux niet in mijn verhaal voor?  Weinig.  Ik heb absoluut niets tegen Linux.  Ik heb er gewoon weinig ervaring mee.  Ik heb het server /thin client - systeem uitgetest en dat werkte goed.  Ik heb enkele versies van Ubuntu als kennismaking op een oudere laptop geïnstalleerd en dat verliep vlot, maar het bleef bij een kennismaking. Het heeft ook te maken met de stap niet willen zetten en misschien is dat wel verkeerd, want ik ben grote voorstander van vrije software.
Om af te sluiten: tablets.  De iPad is goed op weg om een generisch naamwoord te worden voor tablets, zoals Kodak dat is voor fototoestellen, Pampers voor luiers of Bic voor balpennen.  Als tablets in de pers opduiken, dan gaat het in 90% van de gevallen over iPads.  De iPad is een fantastisch toestel, ik heb er ook één en kan deze niet missen, maar ik vind ze te duur voor het onderwijs.  Als besturingssysteem moet Android vanaf versie 4 niet meer onderdoen voor iOS.  Google Docs, Google Maps en andere Google-toepassingen draaien zelfs beter onder Android.  Ik heb mijn twijfels of tablets uberhaupt wel een positieve evolutie zijn in het onderwijs.  Het toetsenbord tikt zeker niet zo lekker als een echt toetsenbord.  De batterijduur is wel een positieve punt tegenover een laptop of notebook.  Er zijn natuurlijk leuke dingen te doen met een tablet in de klas.  Maar ik mag er niet aan denken dat het toestel de grond opzoekt en statistisch gezien, gebeurt dit toch.  Conclusie voor tablets in de klas: Elke leerling een tablet? Neen, dank u!  Maar elke leerkracht mag er wel eentje hebben om mee te stoeien met zijn leerlingen (fotografie, film, muziek, ...) Ik kies voor Andorid, maar wel niet op de goedkoopste tablets, want als je als kind een iPad gewoon bent, dan lijken goedkope Androidtablets op onze stemcomputers. 

Halloween: Foto's bewerken

Vroeger gebruikte ik het schitterende programma picnik.com om foto's te bewerken, maar dit programma werd opgeslokt door Google en is enkel nog te gebruiken binnen Picassa en Google+   In mijn zoektocht naar een alternatief, kwam ik bij BeFunky terecht.  Dit programma heeft niet dezelfde mogelijkheden als Picnik, maar het programma is kindvriendelijk en de resultaten zijn voldoende.  De app PicMonkey zorgt voor heel wat mooiere resultaten, maar is niet zo kindvriendelijk.

Onderstaand stappenplan staat reeds online in onze ICT-agenda.  Ik start de les door het hoofd van elke leerling te digitaliseren in een foto.  Ze staan voor een witte deur die voor een neutrale achtergrond zorgt.  Deze foto's komen in de bewaarmap.  Dit is een gedeelde map op de server, waar elke leerling toegang toe heeft.  Op het einde bewaren de leerlingen hun fotobewerking in Google Docs, zodat ze thuis ook het resultaat kunnen tonen.

  1. We bewerken vandaag een foto in het thema van Halloween zoals dit voorbeeld
  2. Open BeFunky.
  3. Voeg jouw foto die in de bewaarmap zit, toe aan BeFunky.
  4. Bewerk jouw foto met BeFunky in het thema Halloween.
  5. Sla je foto op in de map Halloween in de bewaarmap van jouw klas.
  6. Sla het origineel en jouw bewerking op in Google Docs.
  7. Wie met een ander leuk programma wil experimenteren kan PicMonkey als app installeren in de browser Chrome.

    Met dit programma zijn mooiere resultaten mogelijk, maar het werkt iets moeilijker dan BeFunky.
  8.  

Welk digitaal bord kopen we best?

Met de directies en ICT-coördinatoren van mijn scholengroep kregen we vandaag de kans om een blik te werpen in de toekomst.  We werden uitgenodigd door Didakta in Zwevezele waar we een leerrijke verkoopsbabbel te horen kregen over digitale borden.  Graag wil ik hieronder een samenvatting geven van deze voordracht.  

Er bestaan drie soorten borden:
  1. Digitale borden met een beamer
  2. Interactieve beamers
  3. Borden op basis van een televisie met touchscreen
Zonder reclame te willen maken voor een product, wil ik toch enkel voor- en nadelen oplijsten.
 
Een traditionele beamer met een gloeilamp is geen zo'n lang leven beschoren.  De lamp zelf heeft een levensduur van 3000 branduren.  Dit komt overeen met ongeveer drie schooljaren.  Daarbij  zal je tijdens deze drie jaar ook nog een onderhoudsbeurt mogen voorzien.  De kwaliteit van deze lampen gaat er ook op achteruit, zodat je het laatste jaar het lokaal meer mag verduisteren dan bij aanvang.  Ik zou nu opteren voor beamers met een LED-lamp.  Die hebben rond de 10000 branduren en verouderen niet zo snel als hun collega's in lichtopbrengst.  Het nadeel dat de LED-lamp minder krachtig is, is een beetje achterhaald, maar gloeilampen hebben inderdaad een groter vermogen, voor een lagere prijs.
 
De beamer kan aan het plafond gemonteerd worden, met een lange beugel, een kortere beugel (short), dus dichter bij het bord en heel dicht (ultra short) bij het bord.  Hoe dichter de beamer bij het bord hangt, hoe minder slagschaduw er is, maar hoe duurder de beamer.  Hoe langer de arm, hoe meer je de beamer zal moeten calibreren, anders verschijnt wat je schrijft naast de punt van je stift en ik spreek uit ervaring dat dit heel vervelend is.  Als een beamer aan het plafond hangt en er is een klaslokaal boven, dan heb je snel hetzelfde calibratieprobleem.
 
Klassieke digitale borden werken met een stift.  Bij sommige stiften zit de elektronica in deze stift. Wanneer deze stift valt en breekt, dan ben je al snel €250 kwijt voor een nieuwe stift.  Wanneer je met je vinger mag schrijven, zal je dit probleem niet hebben, een vinger valt niet zo snel op de grond ;-)
 
Interactieve beamers werken wel met zo'n duurdere stift.  Deze beamer weet waar een stift zich bevindt en projecteert zo het beeld.  Bij digitale borden zoals hiervoor beschreven, zit de herkenning in het bord (soms  samen met de stift).  Een interactieve beamer werkt dus ook op een witbord of blanke muur.
 
Een televisie met aanraakscherm is de nieuwste evolutie op 't vlak van digitale borden.  Omdat het licht niet geprojecteerd wordt, hoef je een lokaal minder tot niet te verduisteren.  Thuis kan je ook perfect televisiekijken zonder te verduisteren, op voorwaarde dat het zonlicht niet rechtstreeks op het scherm valt.  Een aanraakscherm heeft verschillende aanraakpunten, zodat je met twee of zelfs drie leerlingen tegelijkertijd op het bord kunt werken.  Een televisie kan je ook plat leggen en dan heb je een horizontale demonstratietafel waar je met de leerlingen rond kan staan.  Het verbruik van een televisie met aanraakscherm bedraagt slechts 25% van een beamer.  De betaalbare televisies met aanraakscherm zijn momenteel 55 inch of 140 cm overlangs gemeten van de ene naar de andere hoek.  Dit lijkt niet zo groot, maar valt wel mee.
 
Elk digitaal bord heeft ook een computer nodig, een kost die niet verwaarloosd mag worden.  Is die computer in het bord verwerkt, dan hoef je enkel een stroomkabel aan te sluiten, wat bij sommige televisies met aanraakscherm het geval is. 
 
Voorzie ook steeds een witbordje bij het digitaal bord.  Wanneer de techniek faalt, heb je als leerkracht dan nog iets om op te schrijven.
 
Naast het bord heeft elk merk ook zijn eigen software en daar zijn ook grote verschillen tussen.  De leercurve is bij merk A duidelijk groter dan bij merk B.  Gelukkig kan je meestal een demoversie downloaden om de software een tijd gratis uit te testen.  Als je de software op de computer moet installeren, dan moet je vaak regelmatig updates installeren.  Er bestaat ook bordsoftware die online werkt.  Je hoeft niets te installeren, maar enkel in te loggen met een account.  Zo kan je jouw bordschema's thuis voorbereiden die je vervolgens opslaat via het internet.  De volgende dag log je in op school en staan je voorbereidingen klaar.  
 
Een belangrijke factor bij de aankoop van digitale borden is natuurlijk de prijs.  Maar je moet wel naar het totale kostenplaatje kijken: niet enkel de aankoopprijs speelt een rol, maar ook ook het onderhoud, het elektriciteitsverbruik, investering in verduistering, ... Hangt het digitaal bord vast aan de muur, dan kan je eventueel genieten van subsidies, maar als je een demonstratietafel wilt, dan kunnen hiervoor ook creatieve oplossingen bedacht worden die "tijdelijk" vast hangen.
 
Jammer genoeg worden vele digitale borden enkel gebruikt als projectiescherm of als schrijfbord.  De kinderen mogen zelden het bord gebruiken uit angst voor breuk of omdat men het niet gewoon is.  Je kan dan beter het oud bord blijven gebruiken en investeren in een (LED)beamer.
 
Techniek evolueert, wat je nu koopt is over een jaar verouderd omdat er iets beters betaalbaarder is geworden.  Je kan daarom  kiezen om digitale borden in fasen in school te brengen.  Dit heeft twee nadelen.  Vaak zijn de leerlingen van de derde graad de geluksvogels en blijven de kleuters in de kou staan.  Op die manier komen ook verschillende systemen in school zodat het een rommeltje wordt van merken en systemen.  Eerst wordt merk A aangekocht, twee jaar later is merk B beter en merk C sluit het rijtje af.
 
Alle digitale borden in één of twee keer aankopen is financieel heel zwaar en voor veel scholen zelfs onmogelijk.  Daarom kan het leasen van de borden overwogen worden.  Je huurt dan de borden die je na de afschrijfperiode eventueel kan afkopen.
 
Je kan ook wachten tot de digitale borden goedkoper worden, maar het is mijn mening dat je dan kan blijven wachten.  Er zal altijd een nieuwe en betere techniek op het ogenblik van de eventuele aankoop voorhanden zijn, waar wel een hoger prijskaartje aanhangt.   Wanneer scholen samen aankopen, dan kan de prijs ook gedrukt worden.
 
De belangrijkste schakel wordt vaak vergeten: de leerkracht.  Hoe staat hij/zij tegenover digitale borden?  Is er voldoende knowhow om ermee te werken? Kent men de mogelijkheden en valkuilen?  Is een digitaal bord pedagogisch geen stap achteruit door het frontaal lesgeven?  Veel hangt af hoe de leerkracht zijn/haar bord gebruikt.
 
En de toekomst?  Ik heb geen glazen bol, maar ik durf wel enkele voorspellingen te doen:
  1. Televisies met aanraakscherm zullen groter en betaalbaarder worden.
  2. De combinatie tussen televisie en tablet opent nieuwe mogelijkheden.
  3. In een verre toekomst zullen onze kinderen misschien een 3D-bril op hun neus dragen met LED-glazen waar je zowel door kan kijken, maar ook 3D-beelden mee te zien zijn afkomstig van een digitale bron.  Deze techniek bestaat, maar is nog ontzettend duur.
Misschien moeten onze kinderen over 50 jaar niet meer naar school, maar wordt er een chip ingepland met alle nodige kennis.  Ook dit is geen science-fiction meer, maar wordt reeds mee geëxperimenteerd in labo's. 

Pagina's