In een ver verleden blogde ik over het programma Stripmaker Suske en Wiske.  De link die ik toen aanbod, bleek niet meer te werken (ontdekte ik tijdens de ICT-dag), maar dit is intussen rechtgezet.  Deze morgen kreeg ik toevallig de vraag van een collega of ik dit programma op alle computers wilde installeren in de computerklas.  Op zich niets mis mee, maar zo'n installatie vraagt algauw een uur werk.  Daarom wilde ik wel eens uitvissen of het programma ook serverbased wilde werken: je installeert het op de server in een gedeelde map en zet op de clients een snelkoppeling naar het programma op de server.  Dit lukt wonderwel en zo was de installatie binnen het kwartier gefixt.  

Nog een tip bij dit programma: je kan de resultaten wel uitprinten, maar niet opslaan als jpg of pdf.  Dat is jammer omdat de leerlingen zo elkaars resultaten niet kunnen zien.  Maar als je een gratis PDF-printer installeert zoals 7-PDF printer, dan kan je de resultaten afprinten als een PDF-bestand.  Zet die bestanden vervolgens in een gedeelde map in de cloud zoals Dropbox of Box en zet de link naar deze gedeelde map op de website en iedereen kan de meesterwerken bewonderen.

Een strip maken vind ik een zinvolle opdracht, maar kader dit in verschillende leerdomeinen:

• Laat de leerlingen vooraf stripverhalen ontdekken: wat zijn de eigenschappen van een strip?  Hoe zien de dialogen eruit?  Welke bladspiegel wordt er gebruikt? ...
• Daarna laat je de leerlingen een strip dramatiseren: Welke personnages komen erin voor?  Wat is de kern van je verhaal? ...
• Laat de dialogen uitschrijven zoals ze in de strip zullen voorkomen: kort en krachtig
• Maak de strip met Stripmaker, liefst per twee.

Deze morgen stak een mail van Google+ in mijn elektronische brievenbus: "Patrick, ken jij Patrick Keysabyl?"  Ik heb geantwoord: "Natuurlijk, dat ben ikzelf...", maar de mail kon niet afgeleverd worden.  

Ik heb er niets op tegen dat Google zijn eigen sociaal netwerk heeft, maar de manier waarop ze dit je de laatste tijd op alle manieren proberen door je strop te duwen, als ganzen op een foi-gras-kwekerij, vind ik allesbehalve leuk.  

Ok, eigen schuld - dikke bult, je moet maar geen gmail gebruiken.  Krijg je een mailtje, dan komt daar de vraag bij of je die persoon aan je kringen wilt toevoegen.  Vroeger postte ik de foto's op Picasa, nu word ik bijna verplicht over te stappen op Google+ en zo kan ik nog even doorgaan.  Er is niets mis met Google+, maar laat mij verdorie zelf beslissen of en hoe ik het wil gebruiken.

Zo, dat lucht op ;-)

De 24ste ICT-dag in Geel zit er alweer op.  De organisatie verliep als vanouds vlekkeloos.  Aangezien ik door omstandigheden zelf twee voordrachten heb gegeven, kon ik weinig meepikken van de randanimatie zoals de Teachmeet of de standen van commerciële bedrijven.  Ik heb er dus geen flauw idee van of dit de moeite was.

Achteraf heb ik wel nog een lekkere Westmalle kunnen meepikken en heb dan toch nog wat kunnen sociolizen met oude bekenden. 

De presentaties van mijn beide voordrachten kan je HIER terugvinden.  Ik hoop dat je er iets van kunt opsteken.  De links die ik eerst online had geplaatst op de website van ictdag.be bleken niet te werken, omdat de site blijkbaar geen weg weet met beveiligde URL's zoals Google Drive die gebruikt, maar dit is intussen rechtgezet.

Net als vorig jaar maakte collega juf. Lieve Devriese, een werkblad met kijkopdrachten bij de campagnefilm van de Damiaanactie.  Het werkblad is bedoeld voor haar zesde leerjaar, maar zal in een vijfde leerjaar ook wel gebruikt kunnen worden.  Lieve stuurde spontaan haar werkblad door om te delen met anderen, waarvoor van harte dank Lieve.

Als ICT-coördinator kom je wekelijks in verschillende scholen.  Dat heeft zo zijn voordelen: je kan vaak stelen met de ogen.  Zo was ik vorige week bezig op een laptop van een zorgcoördinator en die was bezig met het verzamelen van interessante pictogrammen op de website van Sclera.  Dit is een vzw die zich tot doel stelt om interessante pictogrammen te ontwerpen en gratis te verdelen.  Het loont beslist de moeite om de website te bezoeken.  Je mag de pictogrammen gebruiken onder de Creative Commons Licentie 2.0  wat inhoudt dat bij gebruik in documenten je steeds een bronvermelding moet toevoegen en dat je de pictogrammen zelf niet mag commercialiseren.  Maar voor de rest mag je ze overal gebruiken.

Reeds jaren propageer ik Panda Cloud Antivirus free als een goed antivirusprogramma voor de computer.  Het is klein, vraagt weinig processorkracht en is daarom ook geschikt op oudere computers en er is geen dagelijkse update nodig, omdat de viruslijst bijgehouden wordt in de cloud of ergens op het internet.  Vandaag verscheen een vergelijkende test op ZDnet en daar scoort Panda Cloud Antivirus free 15,5 op 20 wat behoorlijk goed is voor gratis software en beter dan het gemiddelde.  Microsoft Windows Defender scoort met 11 op 20 heel wat lager en wordt ook vaak gebruikt in het onderwijs. De link verwijst naar een Engelstalige pagina, maar Panda werkt volledige in het Nederlands als je het installeert.

Met JClic kan je als leerkracht op een behoorlijk eenvoudige wijze zelf allerlei oefeningen maken.  JClic werd ontwikkeld in Catalonië/Spanje en wordt jammer genoeg al een tijdje niet meer ondersteund of verder ontwikkeld.  JClic heeft Java nodig om te kunnen draaien. Omdat Java nogal gevoelig is voor hackers, worden er met de regelmaat van een klok nieuwe updates gelanceerd.  Ook eist Java van de makers van software die draait op Java, dat ze hun producten van een digitaal certificaat voorzien, zodat de veiligheid kan gewaarborgd worden en daar knelt nu het schoentje.  Sedert de laatste updates van Java, herkent Java het digitaal certificaat om de één of andere reden niet meer, zodat oefeningen met JClic afgeblokt worden in de browser en bestempeld worden als onveilig.  Op de site van JClic vond ik een oplossing, maar ik kan zo het Beeldwoordenboek dat ik vroeger met JClic gemaakt heb, enkel werkend krijgen in Firefox en niet in Chrome of Explorer.  Ik stel het op prijs indien je mij zou berichten indien iemand het wel kan gebruiken onder die twee browsers na de patch te hebben uitgevoerd. 

Jarenlang heb ik de servers op mijn scholen van thuis uit beheerd met LogMeIn free.  OK, ik kon met deze versie geen bestanden overzetten, maar daar zijn oplossingen voor.  De vrije versie stopt echter vanaf 2 februari volgende week.  Als bestaande gebruiker kan je het eerste jaar voor €39 twee computers verder beheren.  

Als iemand een goed gratis alternatief kent voor LogMeIn, laat het maar horen of beter schrijven. Bedankt bij voorbaat.  Ik heb in een ver verleden geëxperimenteerd met VNC, maar dit was een heel gedoe met openzetten van poorten en zo. Misschien is dit intussen gebruiksvriendelijker geworden.  Het grote voordeel bij LogMeIn is dat ik een achttal computers netjes op een rijtje had staan en maar hoefde te klikken om binnen te komen.

Bij de voorbereiding van een project, kwam ik op de site van Google Books terecht.  Google heeft heel wat boeken ingescand en stelt die online beschikbaar.  Maar wat als je geen internet hebt?  Ik vroeg me af of er geen tool bestond die de boeken kan downloaden zodat je ze ook zonder internet op een tablet kan lezen.  Wel, die tool bestaat en is gratis te downloaden op http://www.gbooksdownloader.com/  De tool doet wat het moet doen: het boek downloaden als een PDF-bestand.  Het spreekt voor zich dat als Google Books het boek niet volledig aanbiedt, je het niet volledig kan downloaden.  Van veel Nederlandstalige boeken worden slechts flarden getoond, maar zelfs dan kan het interessant zijn als de flard die jou interesseert net beschikbaar is.  Laat dat nou net bij mij het geval zijn...

Programmeren is altijd mijn dada geweest.  In een ver verleden heb ik zelf tientallen educatieve spelletjes geschreven en jaarlijks herneem ik mijn cursus LOGO met leerlingen van het zesde.   Maar via ICT-vijver van collega Koen Fonteyn, ontdekte is het project van code.org  Een korte uitleg van de opzet van de website lees je op zijn edublog.  

Maar er is meer.  Als leerkracht maak je best zelf een account aan.  Hiermee kan je secties aanmaken voor je klas(sen).  Leerlingen krijgen een code waarmee ze automatisch aan een sectie worden toegevoegd, zonder dat ze verder een mailadres moeten ingeven.  Als leerkracht kan je zo perfect opvolgen welke problemen ze reeds hebben opgelost.  De leerlingen kunnen dan ook ten allen tijde het parcours verder zetten, zonder dat ze steeds moeten starten vanaf nul.  De makers schatten in dan de kinderen zo'n twintig uur nodig hebben om alle problemen op te lossen.  Dit lijkt me dus een mooi jaarprogramma te worden, waarbij je wekelijks een uurtje programmeren inlast.  Het is ook ideaal materiaal voor een kangoeroeklas.

Achter de website zit de organisatie code.org waar heel wat grote namen hun schouders onder hebben gezet zoals Mark Zuckerberg of Bill Gates, om maar onmiddellijk de bekendste te noemen.  Doel van deze organisatie is om wereldwijd kinderen aan het programmeren te krijgen, want in de toekomst zullen we programmeurs nodig blijven hebben.  Ik sta zelf volledig achter dit opzet.